Welkom sinterklaasje.
Nog heel even en de sinterklaastijd breekt aan. Het feest waar ieder kind naar uit kijkt in december en zijn komst in November. Nu denk ik dat het beeld van de viering van deze feestelijke dag bij de meesten mensen wel hetzelfde is. Wij vieren het net een tikkie anders.
Ik neem je mee in hoe wij sinterklaas vieren en met welk gedachtengoed.
Laat ik eerst beginnen bij het ontstaan van het sinterklaas verhaal. Er zijn verschillende verhalen te vinden vanuit de oorsprong van dit feest, echter hebben ze wel allemaal overeenkomsten. Ik neem je eerst mee in het meest bekende verhaal dat de meesten mensen wel kennen.
Sint Nicolaas leefde in de vierde eeuw en was bisschop van Myra in Klein-Azië (Turkije). Al twee eeuwen later was de verering in Klein-Azië en Rusland opmerkelijk groot. Men vereerde hem om zijn goedheid en vrijgevigheid. De verering in het westen is van latere datum. Ze is te danken aan het feit dat Italiaanse zeelieden in 1087 zijn stoffelijk overschot vanuit Myra overbrachten naar het Zuid-Italiaanse stadje Bari. Zij deden dit om het te redden uit de handen van de Saracenen. Vanuit Italië kwam de verering naar Noord-Europa. Sint Nicolaas is de beschermheilige geworden van schippers en kinderen.
Rond de heilige Nicolaas in Nederland hebben zich veel plaatselijke legenden gevormd. Aan de vooravond van zijn feest is in veel gezinnen 'pakjesavond': men geeft elkaar geschenken. Deze gaan vergezeld van gedichten, waarin bepaalde eigenschappen of gebeurtenissen uit het afgelopen jaar aangehaald worden. In gezinnen met jonge kinderen of kleinkinderen bestaat nog wel het gebruik dat een familielid of een vriend voor Sint Nicolaas speelt en iets zegt over de goede en minder goede dingen die de kinderen gedaan hebben. Uit een grote zak verdeelt hij cadeautjes en snoep. Vroeger kregen de kinderen ook een tikje met een roe. Het was oorspronkelijk een gebaar van zegening: de roe beloofde, als de levende tak, bij aanraking vruchtbaarheid.
Bron: https://www.beleven.org/feesten/sinterklaas/
Wij houden ons vast aan het verhaal vanuit de vrije school pedagogiek.
Heel lang geleden woonde er in het verre land Spanje een oude man die Nicolaas van Myra heette. Hij was een eenvoudige en vrome man, die elke dag zijn stukje grond bebouwde en zijn beesten verzorgde. De man was zeer geliefd in zijn dorp, omdat hij altijd alles deelde van hetgeen zijn kleine landje aan groenten opbracht. Vaak gaf hij zelfs meer weg dan hij zelf kon missen. Jaar in jaar uit, woonde Nicolaas daar vredig.
Op een najaarsnacht teisterde een harde storm de streek. De regen stroomde met bakken naar beneden. Bliksemflitsen schoten door de lucht. Op een gegeven moment begon het zelfs hard te hagelen en te sneeuwen, zodat het hele land er wit en ijzig uitzag. Het was een verschrikkelijk noodweer. Het was deze nacht, dat er op de deur van Nicolaas van Myra werd geklopt. Het kloppen was zacht en zwak en eerst hoorde hij het niet doordat het werd overstemd door de harde storm buiten. Pas toen het kloppen wat harder en doordringender werd, werd het door de oude man gehoord. Hij deed gauw de deur open. Buiten stond een arme vrouw met haar kind, verkleumd van de kou.
“Kom binnen”, zei Nicolaas, “en warm je bij het haardvuur”. De vrouw strompelde met het kind in haar armen de kamer in en viel op haar knieën van dankbaarheid. Gauw liet hij haar opstaan en begeleidde haar naar het vuur dat warm in de haard knetterde. Hij haalde zijn warme mantel, sloeg die om de vrouw en haar kind heen en ging een stevige maaltijd voor hen klaarmaken. Na het eten legde hij de twee in zijn bed, zodat ze een goede nachtrust zouden hebben. Die nacht werd het kind ernstig ziek. Het had zware kougevat en er moest hulp worden gehaald. De oude Nicolaas ging de koude stormnacht in op weg naar een kruidendokter. Hij liep door de ijzige stormen met sneeuw en hagelbuien, zonder mantel, want daarin lag het zieke kind nog gewikkeld.
Na een uur vechten tegen de storm en koude, kwam hij bij de woning van de kruidendokter en klopte aan. Na een tijdje werd opengedaan. “Wat moet je hier?” vroeg de kruidendokter bits. Nicolaas vertelde hem van het zieke kind, en smeekte hem mee te gaan naar zijn huisje om te helpen. “Je denkt toch niet dat ik met dit weer naar buiten ga?” was het antwoord dat hij kreeg. “Maar het kind zal sterven als er geen hulp komt,” smeekte Nicolaas. “Beter het kind dan ik” schreeuwde de kruidendokter en hij sloeg de deur met een klap dicht.
De oude Nicolaas strompelde verder. Zijn witte haren en zijn witte baard waaiden langs zijn gezicht. Hoestend, rillend van de kou en met tranen in zijn ogen door de hagel en de storm, liep hij verdrietig over het smalle pad verder. Plotseling kwam hem een oud vrouwtje tegemoet. “Wat loop je daar treurig,” zei ze, “ga toch naar huis, straks word je nog ziek door de koude”. Toen vertelde Nicolaas haar over het zieke kind. “Hier,” zei de vrouw, “heb je kruiden, die zullen het kind genezen. Ga nu maar gauw naar huis, voordat het te laat is.” En meteen nadat zij dit had gezegd was zij verdwenen. Rennend en struikelend haastte hij zich naar huis. Eenmaal daar aangekomen, begaven zijn krachten het. Hij sleepte zijn verkleumde en rillende lichaam naar het bed waar de moeder met haar kind lag. Gelukkig, het kind zou gered worden. Het kind zou mogen blijven leven.
Die nacht stierf Nicolaas. Engelen begeleidden hem naar de hemel. Zij hadden opdracht om hem direct bij God te brengen, want deze had gezien hoe hij altijd deelde met zijn medemensen. God had ook gezien hoe hij zelfs zijn eigen leven offerde voor dat van een kind. God ontving Nicolaas en hij gaf hem het mooiste geschenk dat je maar kunt bedenken. Vanaf dit moment mocht hij elk jaar een keer terugkeren naar de aarde om de mensen te leren elkaar wat van zichzelf weg te geven.
Zo kan Nicolaas op aarde voortleven in de harten van de mensen. En de mensen zijn elk jaar weer blij als zij de oude Nicolaas in hun hart mogen ontvangen. In de koude najaarsdagen, aan het begin van de adventstijd, als de hele aarde wacht op de komst van het Christuskind dat zijn licht op aarde zal komen brengen, gedenken de mensen Nicolaas, door aan de kinderen en aan elkaar geschenken te geven. En zij noemen hem de Heilige Nicolaas of Sint Nicolaas.”
Bron: https://everydaymommyday.com/de-legende-van-sint-nicolaas
Wij vertellen het sinterklaas verhaal als legende, als sprookje. Ze weten heel goed dat hij niet echt is, dat het nagespeeld wordt. We vieren elk jaar het feest van sint Nicolaas om hem te herdenken. Te leren van zijn warmhartigheid en zijn goedheid. En daarbij hebben ze allemaal leuken dingen bedacht om het feestelijker te maken zoals een boot, pieten en een paard. (Maar je kan de legende van Sint Nicolaas ook weer linken aan de legende van Odin (of Wodan), de legendes hebben veel overeenkomsten.)
We vieren het vooral als een warm en liefdevol feest zonder te veel hysterie. We kijken geen sinterklaas jouranaal, gaan niet te veel met de maatschappelijke hype en ze krijgen ook geen zakker vol met cadeaus. Wel kijken we bij de intocht in ons dorp, dicht bij huis, gezellig en leuk opgezet, en ik wil ze ook niet wereldvreemd maken over hoe andere mensen het vieren.
Ik kijk altijd enorm uit naar dit feest, ik vind het zo knus en magisch. En ondanks dat mijn kinderen weten hoe het zit doet het niks af van de magie, want tot een jaar of 7 loopt fantasie en werkelijkheid door elkaar. En zelf dan en daarna zie ik hun hart vol verwachting kloppen met schoen zetten en pakjes avond, of tijdens de intocht, omdat ondank de legende word nagespeeld, het een feest blijft vol magie, verwondering en verwachting.
Reactie plaatsen
Reacties